afb.
Annie Houtman-Lathouwers is geboren op 27 september 1890. Zij is de kleindochter van de oprichter van garagebedrijf Lathouwers, dat in 1988 140 jaar bestaat. Tot haar trouwen in 1917 leefde Annie temidden van de rijtuig- en zadelmakerij. Daarna was het de handelssfeer die haar man Christiaan Houtman als internationaal zaakgelastigde met zich meebracht. In mijn kinderjaren speelde ik vaak op de binnenplaats van de stalhouderij aan de St. Jorisstraat, tussen de landauers, coupé's, buggies, twee-spanners, een dogcar of de Victoria. Maar we mochten beslist niet aan het gereedschap van de knechts komen. Als het druk was in de zadelmakerij of bij het sierlijk opschilderen van de rijtuigen werden we eruit gejaagd. ,Roetsj’ naar buiten! Vader bracht vaak van die afgemeten plankjes mee, die als vulling voor de zittingen van de koetsen werden gebruikt. Het was voor ons leuk speelgoed. Een bezoekje aan oma in de Vughterstraat was het dagelijks ritme na schooltijd. Oma was een goed mens en erg bijdehand. Van haar leerde ik gordijntjes stikken die voor de raampjes van onze rijtuigen hingen. Alles werd in eigen fabriek gemaakt. De afdelingen, een smederij, wagenmakerij, de ververij, ze lagen allemaal in de St. Jorisstraat. Later is er nog een dépendance in de Van Tuldenstraat bijgekomen. Ik heb hier een advertentie uit de ,Provinviale’ van 22 november 1909, waarin te lezen staat, dat de firma rijtuigen en zadels te koop aanbied wegens de aanschaf van auto's. De eerste auto ging op transport naar Batavia, het toenmalig Indië. De auto stond met speciale voorzieningen voor het transport klaar op de binnenplaats, daarom weet ik dat nog zo goed. Het Nieuwsblad maakte een reportage over het vervoer per schip. Sexualiteit taboeIk zat bij de zusters in de Postelstraat op school. Ze gaven prima onderwijs in aardrijkskunde, geschiedenis en Duits èn een aparte katechismusles. Maar levenslessen werden niet gegeven. Sexualiteit was taboe. Van vader of moeder kreeg je dat evenmin te horen. Pastoor Hezenmans van de St.Cathrien deed er wel wat aan in de biechtstoel, maar lang niet zo in de finessen. Dat is vandaag de dag heel anders. Radio en televisie hebben daar geen goed aan gedaan. Ik was zeventien toen ik van school kwam. Over levenszaken kreeg je pas te horen als je getrouwd was.Eén van de momenten uit mijn kinderjaren, dat me nog erg goed bijstaat was de eeuwwisseling. Ik was net negen jaar. Vader en moeder waren met mijn oudste broer Frans naar de kerk. Dora Reuser, onze dienstbode paste op het huis en ik mocht opblijven. Die avond had iets plechtigs. Ik zat op een stoofje bij de haard. Het was twaalf uur, mijn ouders waren terug en iedereen omhelsden elkaar. Ik kan me niet herinneren of er buiten vuurwerk werd afgestoken. Het huis aan de St. Jorisstraat was het centrale punt in mijn jeugd. Ver van huis kwam je nooit. Aan de overkant stond het wachthuisje van de militairen. Bij de kerk aan de Kuipertjeswal lag de manege of een of ander gebouw voor soldaten. Voor het wisselen van de wacht paradeerden de soldaten een paar keer per dag op en neer. Het wachthuisje stond in onze straat bij kapitein Roelands voor de deur, later is er Rouppe van de Voort komen wonen, de familie die ,Villa Illusio’ liet bouwen, het tegenwoordige Chalet Royal. | 79 |
TrouwdagChristiaan leerde ik tijdens carnaval kennen, kort voordat hij op zakenreis naar Indië vertrok. Het was bij Jordans, van hotel De Gouden Leeuw aan de Pensmarkt, waar in 1931 V&D is gebouwd. Na de kennismaking vroeg hij eerst aan moeder of hij met mij mocht blijven corresponderen. Christ was hoofd archivaris van een Haagse firma die veel internationale kontakten onderhield. Voor de zaak reisde hij vaak naar Londen en Indië. Dat ging per boot, dus hij was weken onderweg. Het liefst had hij mij met de handschoen willen trouwen. Moeder en broer Frans hielden dat tegen. ,Schrijven is goed, maar trouwen doe je maar als je terugbent’.HuwelijksbalIn 1917 zijn we getrouwd in het jaar waarin de Cathrienkerk helemaal opnieuw is gebouwd. In de noodkerk, naast de pastorie, was het echtpaar De Leeuw-Hilde van der Sluys de eerste die er huwde. Wij waren het tweede stel. 's Middags dineerden we met de familie in Lohengrin, het afgebrande café/restaurant op de plek waar nu Peek & Cloppenburg staat. Lohengrin was bekend om zijn fijne kok en het geweldige lekkere gebak. 's Avonds zijn we naar het Casino aan de Papenhulst gegaan. Daar heb ik met Christ het bal geopend.Kort na ons huwelijk kreeg mijn man een tweede zakenopdracht naar Indië. Toen ben ik meegegaan. We hebben daar tot de bevrijding van Nederland in oktober 1944 gewoond en zijn toen teruggekeerd. Aanvankelijk betrokken we het ouderlijk huis van schoonvader Christ Houtman op de hoek Hinthamerstraat/Torenstraat. Daar was ook de sigarenfabriek geweest. Later hebben we aan de Margraffstraat in Vught gewoond. | 80 |